De eerste versie van het toekomstige Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening is goedgekeurd door de Brusselse regering. In dit geval gaat het niet om gedetailleerde regels: de toekomstige stedenbouwbijbel voor Brussel voor de komende 15 tot 20 jaar draait rond drie pijlers: open ruimte, stedelijkheid en bewoonbaarheid.
Open ruimten
Het eerste principe is dat de toekomstige verordening ‘Good Living‘ open ruimten wil creëren waar plaats is om te spelen, te ontdekken en mensen te ontmoeten, en waar iedereen zich veilig en comfortabel kan bewegen, aldus Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS) en staatssecretaris voor Stadsontwikkeling Pascal Smet (Vooruit).
Gebouwen met een oppervlakte van meer dan 1.000 m² zullen een open ruimte moeten hebben die toegankelijk is voor de gebruikers van het gebouw. Elk project moet 30% open ruimte hebben, waarvan 75% onverhard.
Renovatie in plaats van sloop/verbouwing
Op het vlak van verstedelijking willen de autoriteiten de voorkeur geven aan renovatie boven sloop/verbouwing (die in uitzonderlijke gevallen toegestaan blijft), en aan multifunctionele projecten.
Platte daken moeten gebruikt worden!
Platte daken van meer dan 20 m² moeten gebruikt worden voor terrassen, groendaken, stadslandbouw of zonnepanelen.
Bewoonbaarheid
De minimumoppervlakte van een wooneenheid wordt bepaald aan de hand van het aantal slaapkamers. De minimale oppervlakte van collectieve voorzieningen neemt toe met het aantal kamers in de wooneenheid.
- Elke woning moet een eigen buitenruimte hebben van ten minste 4 vierkante meter plus 2 vierkante meter voor elke extra slaapkamer.
- Elke woning met meer dan één slaapkamer zal ramen in minstens twee richtingen
- Elk woongebouw van meer dan 1.000 m² moet minstens 10% aanpasbare accommodatie voor hebben voor personen met een beperkte mobiliteit.
- Elk woongebouw moet ten minste één toegankelijke en veilige parkeerplaats per kamer hebben. Het aantal parkeerplaatsen zal worden vastgesteld op basis van criteria zoals de toegankelijkheid van het openbaar vervoer en het streven naar duurzame en gedeelde mobiliteit.
- Alle individuele studentenwoningen zullen een minimumoppervlakte van 24 m² Elke kamer in een collectief studentenhuis zal een minimum oppervlakte van 12 m² hebben.
- Voor cohousing-projecten wordt een maximum van 15 kamers per woning toegestaan, met één sanitaire voorziening per drie kamers.
De inwerkingtreding van Good Living is voorzien op 1 januari 2024 of 1 juli 2024.