Als huurder wil je vervroegd een einde maken aan een huurovereenkomst voor een woning waarin je je hoofdverblijfplaats hebt en die je huurt voor een korte termijn. Wat zijn dan de regels die spelen in de drie gewesten? Kan ook de verhuurder een dergelijke overeenkomst soms vervroegd beëindigen?
Vlaanderen
Is de woning of het appartement dat je voor korte duur huurt (maximaal drie jaar) gelegen in het Vlaamse gewest, dan heb je het recht om die te allen tijde te beëindigen mits naleving van een opzegtermijn. Je moet daarbij namelijk een opzegtermijn van drie maanden naleven Bovendien heeft de verhuurder, als je zo’n opzegging geeft, recht op een vergoeding die gelijk is aan anderhalve maand, één maand of een halve maand huur naargelang de huurovereenkomst een einde neemt gedurende het eerste, het tweede of het derde jaar, rekening houdend met de aanvangsdatum van de eerste huurovereenkomst.
De verhuurder kan integendeel de huur niet vervroegd beëindigen. Hij kan dat ook niet doen als hij zelf in het pand wil gaan wonen of als hij daar bepaalde verbouwingswerken in wil doen.
Weet overigens dat de huur niet automatisch eindigt tegen het aflopen van de afgesproken duur daarvan. Wil je dus als huurder of verhuurder dat de huurovereenkomst eindigt tegen het einde van de afgesproken duur van de huur, dan is een opzeg nodig. Meer bepaald moet je ten minste drie maanden vóór het verstrijken van de in de overeenkomst bepaalde duur een opzegging geven.
Wallonië
Is het onroerend goed dat je huurt in Wallonië gelegen, dan geldt een ietwat afwijkende regeling. Net als in Vlaanderen kan je dan weliswaar de huur te allen tijde opzeggen met naleving van een opzegtermijn van drie maand, maar de vergoeding die je dan aan de verhuurder moet betalen is anders. Meer bepaald bedraagt die altijd 1 maand huur bij een voortijdige opzegging.
De verhuurder kan in Wallonië (al eveneens in tegenstelling met de regeling in Vlaanderen) de huur eveneens soms vervroegd beëindigen. Hij kan dat namelijk doen om zelf het pand te betrekken (of dat te laten doen door een familielid). Hij kan dit wel enkel maar doen na het eerste huurjaar mits een vooropzegging van 3 maanden te geven en een vergoeding te betalen die gelijk is aan een maand huur.
Ook hier eindigt de huur niet automatisch bij het verstrijken van het contract maar moet er een opzeg worden gegeven door de huurder of verhuurder die niet wil dat het contract wordt verdergezet. De opzeg moet betekend worden ten minste drie maanden voor het verstrijken van de in de overeenkomst bepaalde duur. Wanneer de huurovereenkomst gesloten is voor een duur korter dan of gelijk aan drie maanden, wordt de opzegging geacht betekend te zijn door de ondertekening van de huur of door de verlenging ervan.
En Brussel?
Heeft de huurovereenkomst die je afsloot betrekking op een pand dat in het Brusselse gewest gelegen is, dan kan je die overeenkomst als huurder ook steeds beëindigen met naleving van een opzegtermijn van drie maanden en een vergoeding die gelijk is aan een maand huur. De verhuurder kan de huurovereenkomst ook vervroegd beëindigen als hij zelf in het pand wil gaan wonen of als hij dit wil laten bewonen door bepaalde familieleden. Hij kan dit enkel doen na het eerste jaar van de huur en mits betaling van een vergoeding van één maand huur.
Of er al dan niet een opzeg nodig is (door de huurder of de verhuurder) hangt hier af van de duur van de overeenkomst. Werd die aangegaan voor een duur van minder dan zes maand, dan eindigt de overeenkomst automatisch. Bij een huurovereenkomst van zes maand of meer is er wel een opzegging vereist door de huurder of de verhuurder die dient te worden betekend minstens drie maanden voor het verstrijken van de overeengekomen termijn.
Geen registratie, en dan?
Liet de verhuurder de huurovereenkomst niet registreren, dan kan je als huurder er vaak een einde aan maken zonder een opzeg te moeten geven en zonder een vergoeding verschuldigd te zijn. Soms, en afhankelijk van het gewest waar het onroerend goed is gelegen moet je de verhuurder wel eerst aanmanen om tot registratie over te gaan.
Jan Roodhooft, advocaat (www.advocatenroodhooft.be)