Bouwgrond die schaarser wordt, materiaalprijzen die de hoogte in schieten, energiekosten die de pan uit swingen en zorgen om het klimaat: compact bouwen lijkt op dit moment de beste keuze naar de toekomst toe. Maar hoe pak je dat aan en waarop moet je letten? We zoeken het voor je uit.
De gemiddelde oppervlakte van huizen in België bedroeg in 2020 zo’n 125 m², terwijl dat cijfer aan het begin van de eeuw nog 146 m² bedroeg. Bij appartementen was er in dezelfde periode een daling van 80 naar 67 m². De redenen daarvoor zijn niet ver te zoeken. Naast de invloed van stedenbouwkundige regels, worden bouwgronden ook schaarser en duurder, terwijl strengere isolatienormen en duurdere bouwmaterialen mensen vaker doen kiezen voor kleinere huizen. Die brengen bovendien als voordeel met zich mee dat ze minder energie vergen om te verwarmen. Kleiner wonen is dus een toekomstgerichte oplossing op alle vlakken.
Maak de juiste keuzes
Als je wil gaan voor een kleinere woning, weet dan dat je in een vrijstaande woning meer plaats verliest. In een rijwoning of een tweewoonst zijn er minder buitenmuren, ramen en misschien ook dakoppervlak, waardoor je meer uit je bouwvolume kan halen. De keuze voor het soort bebouwing is dus van groot belang, net als de vorm. Daarnaast moet je je de vraag stellen wat je precies nodig hebt in een woning: hoeveel kamers, welke oppervlakte, wat de ideale indeling is en welke ruimtes eventueel een dubbel gebruik kunnen hebben om zo vierkante meters uit te sparen.
Spreek erover met je architect die je kan helpen om de juiste beslissingen te nemen om het eindresultaat leefbaar te houden. Ook de materiaalkeuze voor de bouw en de afwerking kunnen daarbij een rol spelen, want elke centimeter die je uitspaart, is een centimeter gewonnen. Bekijk daarbij ook de investeringskost in plaatsbesparende materialen, bijvoorbeeld performantere isolatiematerialen die dus minder dik moeten worden aangebracht, en de ruimte die je ermee kan winnen of de kost die je bespaart omdat je niet ruimer moet gaan bouwen.
Ruimtegevoel en de juiste inrichting
Je kan ook in een kleine ruimte zorgen voor meer ruimtegevoel door middel van enkele slimme ingrepen. Naast een architect kan ook een interieurarchitect je daarmee helpen. Die kost natuurlijk wel wat, maar als je daarmee kleiner kan bouwen en daardoor op termijn ook nog eens minder energie verbruiken, dan win je erbij. Raampartijen op de juiste plekken, glazen wanden in plaats van volle muren, maar ook spiegels en het gebruik van lichte kleuren kunnen er bijvoorbeeld voor zorgen dat je minder het gevoel hebt om in een kleine ruimte te zitten. En terwijl een vide misschien een contraproductieve keuze lijkt om ruimte te besparen, zou die er wel eens voor kunnen zorgen dat de beperkte ruimte groter toont.
En denk ook na over de indeling van de woning en hoe die zo efficiënt mogelijk gebruikt kan worden zonder aan ruimte in te boeten ondanks een kleinere bebouwde oppervlakte. Één van de tips die we daarbij willen geven, is om te denken aan alternatieve manieren om spullen op te bergen. Als je innovatieve manieren bedenkt om genoeg opbergruimte te voorzien (met ingebouwde kasten die ook boven de deur van een kamer doorlopen bijvoorbeeld) zodat je geen aparte beging moet voorzien of dat je van de zolder een leefruimte kan maken, spaar je op die manier ruimte uit. Ook zaken als schuifdeuren kunnen helpen om plaats te besparen, net als meubels met een dubbele functie, zoals bijvoorbeeld een hoogslaper met daaronder een bureau.
Alternatieve bouwvormen
Tot slot zijn er ook nog alternatieve bouwvormen die ervoor zorgen dat je op een kleinere oppervlakte kan wonen. Het meest extreme voorbeeld daarvan is de trend van de ‘tiny houses’, huizen die tot in het extreme gereduceerd zijn qua afmetingen. Goedkoop om te bouwen en in het gebruik, maar je moet wel overweg kunnen met zo’n kleine ruimte. En bevraag je op voorhand over wat er in jouw gemeente wel en niet mag, aan welke regels je moet voldoen en of je je er wel kan domiciliëren. Een andere mogelijkheid zijn containerwoningen, waarbij je ruimte uitspaart omdat de stevige structuur van een container dikkere muren kan vermijden. Maar let ook hier op eventuele stedenbouwkundige beperkingen en zaken als isolatienormen en duurzaamheid.